Voortplanting bij cavia's: De ouderdieren
Een caviavrouwtje wordt een zeugje genoemd, het mannetje een beertje. Hoewel ze soms al vanaf vier weken leeftijd vruchtbaar kunnen zijn, is het beter om te wachten tot een zeugje zo’n halfjaar tot acht maanden oud is om haar voor het eerst te laten dekken, afhankelijk van hoe snel ze groeit en hoe makkelijk ze dik wordt.
Als een zeugje haar eerste nestje krijgt als ze ouder is dan een jaar is dit een zeer groot risico: de verbinding tussen de bekken is in het eerste levensjaar soepel en verbeent daarna. Als ze dan nog nooit een nestje gehad heeft kunnen de kleintjes er in veel gevallen niet goed meer uit.
Meer dan twee nestjes per jaar kan je een zeugje beter niet laten krijgen. Meestal wordt er niet meer gefokt met zeugjes die ouder dan drie jaar zijn, omdat het zeugje dan al wat ouder wordt en het risico op problemen toeneemt.
Een zeugje is ongeveer eens per twee weken een paar uur vruchtbaar. Alleen dan zal ze het toestaan om gedekt te worden door het beertje. Dat wil niet zeggen dat het beertje daarbuiten zijn best niet doet: hij zal proberen om de dame in kwestie te versieren door met zijn achterlijf heen en weer te wiegen en daarbij een knorrend geluid te maken. Hij zal proberen om haar te dekken, maar vaak zonder resultaat: het zeugje zal hem een paar snauwen verkopen tot hij uiteindelijk zo moe is van het proberen dat hij het opgeeft.
Als de dame in kwestie zich laat dekken volgt daarna de dracht bij cavia's.