Pootjes Podcast 008: Het samenstellen en verzorgen van een nieuwe berengroep cavia's


Tekst uit de video:

Sinds deze week hebben we er een nieuw groepsverblijf bij in onze Caviaopvang Caviaplein. Het grootste verblijf tot nu toe! Hoe richt je zo’n verblijf in? Welke dieren zijn geschikt om te koppelen en welke niet? Hoe verzorg je zo’n groep? Welke keuzes hebben wij gemaakt en waarom? In deze podcast vertel ik waarom we dit verblijf bouwden en voor welke cavia’s, hoe we ze gekoppeld hebben en hoe we ze allemaal de juiste zorg krijgen. Zo krijg je een beter inzicht in het gedrag van cavia’s en hun verzorging. Deze podcast is te beluisteren op spotify en via Youtube te zien met beelden van het verblijf waar het over gaat.

Allereerst, waarom wilden we nieuw groepsverblijf en voor welke cavia’s zou dit bedoeld zijn?

We hadden het er al vaker over gehad: we hebben inmiddels tientallen beren, vaak koppels, die niet of heel moeilijk plaatsbaar zijn. Sommige wegens hun leeftijd, die zitten al gezellig samen in de seniorensoos. Sommige omdat ze een chronisch probleem hebben, zoals tandproblemen of ademhalingsproblemen, of het zijn satijncavia’s. Daarnaast hebben we inmiddels een indrukwekkende collectie aan beertjes die niet heel geweldig samen kunnen of heel erg angstig zijn. De kans dat zij op hun gouden plekje komen, namelijk een grote buitenren waar ze niets moeten, is erg klein. Als opvang zorgen we met alle liefde en plezier voor deze dieren, die dan vaak in tweetallen in een kooi zitten. Zou het, als ze toch weinig perspectief op adoptie hebben, niet geweldig zijn als zij een heerlijk grote ren krijgen waar ze alle ruimte hebben om te doen wat ze willen? En voor ons is het een stuk makkelijker om één groot verblijf te verzorgen dan een heleboel kleinere. Plus, het is toch wel een lust voor het oog voor ons en onze bezoekers om ze zo lekker te zien genieten.

Vorige week besloten onze super-vrijwilligers dat het tijd was om het idee werkelijkheid te laten worden: we bestelden panelen en vinyl en in het kantoor werd een hoek ontruimd. Veel sneller dan mogelijk leek, maar met nogal wat bloed, zweet en tranen, stond daar een ren van ruim 3,5 x 2 meter groot, klaar voor gebruik. Als klap op de vuurpijl vertelde iemand die stopte met cavia’s houden en haar laatste beertje naar ons bracht dat ze een prachtige zelfgemaakte caviaflat had die we mochten hebben. Die paste perfect bij de inrichting van ons nieuwe berenverblijf.

In een groep is het belangrijk dat de bewoners veel schuilmogelijkheden hebben, zodat ze echt hun eigen plekje kunnen opzoeken zonder dat ze elkaar steeds tegen komen. Zeker als je er wat bangere dieren in wilt zetten is het extra belangrijk om ze extra tegemoet te komen in hun natuurlijke behoefte om zich te verstoppen. Daarom hebben we er een flink aantal tunnels en huisjes in gezet.

Oké, dan is de ren ingericht. Wie mogen er nu in gaan wonen?

Nu moet je weten dat we inmiddels zóveel niet of moeilijk plaatsbare beren hadden dat zelfs zo’n fijn verblijf niet groot genoeg is om ze allemaal in te zetten. We hebben er dan ook voor gekozen om een aantal dieren met chronische kwalen en een stelletje oudere beren niet in de groep te plaatsen. Ook de beertjes waarvan we door eerdere ervaringen al wisten dat ze nogal fel zijn gingen we natuurlijk niet koppelen. Uiteindelijk viel de keuze op zo’n kleine 20 beren. En nu maar hopen dat zij het ook gezellig zouden vinden om in een groepje te wonen.

Tijd om de heren te gaan koppelen!

Het koppelen van de heren gebeurde eigenlijk heel eenvoudig: we hebben ze allemaal tegelijk in de nieuwe ren gezet en hielden in de gaten of het goed ging. Wanneer gaat het dan goed en wanneer niet? We hebben hier te maken met mannen: die zijn over het algemeen vrij duidelijk in hun gedrag en dat was in dit geval erg handig. Sommige beren waren bijzonder druk met te laten zien hoe superstoer ze waren. Ze renden achter de andere beren aan, probeerden op ze te rijden en joegen wat achter ze aan. Er klonk daarbij een hoop geïrriteerd gepiep en geklappertand. Werd er echt gevochten? Nee! Na een aanvaring tussen twee beren zagen we steeds heel duidelijk dat ze beide een eigen kant op gingen of dat er eentje afdroop. Omdat ze de ruimte hebben gekregen konden ze elkaar uitstekend uit de weg gaan en was er in hun beleving dus ook geen enkele aanleiding om echt te gaan vechten.

Andere beertjes lieten duidelijk merken dat het ze niets interesseerde dat ze nieuwe huisgenootjes hadden: ze begaven zich naar het eerste de beste voerbak die ze tegenkwamen en gingen zitten eten. Andere cavia’s verscholen zich in een verstopplekje, de meeste waren immers nogal angstig en daardoor moeilijk plaatsbaar. Wat heel mooi was om te zien is dat de onruststokers zich eigenlijk alleen met elkaar bezig hielden. De cavia’s die zich dus niet met de rest bemoeiden werden ook met rust gelaten. En dat bleef ook zo.

Een dag later was de meeste onrust al over. Uiteraard zijn er regelmatig even “botsingen” en wordt er soms heel stoer naar elkaar gebromd en met het kontje gewiegd, maar dat zijn ook normale gedragingen voor beertjes. Je ziet nu heel duidelijk dat de cavia’s een eigen plekje op zoeken, of soms zelfs met meerdere beren in een schuilhuisje liggen. Andere dieren blijven een beetje “het mannetje” als ze andere cavia’s tegenkomen, maar door de grote ruimte gaat dat goed. We vinden het belangrijk dat de cavia’s zich prettig voelen in de ren. Waarom maak je anders immers zo’n groepsverblijf! Daarom keken en kijken we kritisch of er geen onrust is in de groep en of alle dieren zich prettig voelen. Zo wordt chronische stress voorkomen.

Dan is de volgende vraag natuurlijk, hoe verzorg je zo’n grote groep?

Het vergt wat extra aandacht om alle dieren te verzekeren van goede zorg. In een groep heerst een rangorde. Daarnaast is een deel van de cavia’s niet gezond of oud. Zij zullen er meer moeite mee hebben om voldoende te eten en hebben dus extra gelegenheid nodig. Niet alleen in hoeveelheid, maar ook in de plek waar je het voer aanbiedt en de hoeveelheid voer die je geeft moet je daar rekening mee houden. Het is met name van belang dat je voldoende voer op verschillende plaatsen aanbiedt.

De cavia’s in de opvang krijgen onbeperkt toegang tot twee soorten hooi: langvezelig hooi en kort gesneden hooi. Daarnaast krijgen ze de Pippa&Koda Caviakorrel met kruiden, gedroogde kruidenmixen en dagelijks verse groenten. En natuurlijk hebben ze altijd toegang tot vers drinkwater.

Hooi is hun basisvoeding, cavia’s moeten het onbeperkt kunnen eten. Het is niet alleen de voeding die het beste bij hun spijsverteringssysteem past. Hooi zorgt ook voor een goede afslijting van het gebit en het vele kauwen en eten gaat verveling tegen. Het hooi in dit verblijf wordt op verschillende plaatsen aangeboden, zoals in een aantal hooiruiven en in een hoek op de grond zodat ze erop kunnen liggen als ze dat willen.

Het gesneden hooi is vaak timotheehooi, maar soms krijgen ze ook een hooimix, luzerne of groene haver. Dit vinden ze erg lekker om te eten, waardoor het de hooiopname verder stimuleert. Omdat het fijner van structuur is bieden we dit hooi in bakjes aan, ook op verschillende plaatsen in het verblijf.

De brokjes worden aangeboden in een grote voerbak. Normaal beperken we de hoeveelheid droogvoer, maar omdat in een wat grotere groep iedereen ruim de gelegenheid moet krijgen om hiervan te eten hebben we ervoor gekozen om dit juist onbeperkt aan te bieden. We zien dat de meeste dieren de brokken van Pippa&Koda wat meer naar behoefte eten en er ook niet onbeperkt van gaan eten.

De kruidenmixen zijn verdeeld over drie voerbakken, die alle drie een andere mengeling bevatten. Eentje daarvan is standaard gevuld met Pippa&Koda Muesli. Deze mix bevat veel granen en is dus een dikmaker, wat gunstig is voor de dieren die wat meer gelegenheid nodig hebben om aan hun energie te komen. Natuurlijk eten de wat meer dominante dieren daar ook wat meer van, maar dat is zoals eerder gezegd een afweging die je moet maken bij het verzorgen van een groep. Dan is het naar onze mening belangrijk dat iedereen aan hun trekken komt. De andere twee voerbakken voor de kruiden bevatten steeds andere mixen, zodat de dieren veel natuurlijke variatie krijgen. Als we zien dat er een probleem heerst kunnen we hier extra op in spelen met kruiden. Bij meerdere dieren met vachtproblemen kunnen we bijvoorbeeld een kruidenmix geven die meer op de vacht gericht is. Zien we wat verteringsproblemen, dan geven we een mix die de spijsvertering meer ondersteunt.

De drinkflessen hangen om praktische redenen op één plek. We hebben ervoor gekozen om vier grote flessen op te hangen, zodat er altijd voldoende water beschikbaar is, zelfs als er een fles af valt of leeggelopen is. Zeker bij dieren met chronische problemen is dat belangrijk, want een aantal van hen heeft een probleem aan hun nieren. Hierdoor drinken ze vaak meer dan normaal.

In zo’n grote groep is het noodzakelijk om extra alert te zijn op eventuele gezondheidsproblemen. Dieren zijn niet altijd zichtbaar en je hebt niet echt overzicht of je alle dieren wel in goede gezondheid gezien hebt wanneer het er wat meer bij elkaar zijn. Daarom wordt er bij iedere voerbeurt gekeken of de beertjes komen eten, waarbij de schuilplaatsen ook gecontroleerd worden. Een gezonde cavia is alert en zou in de meeste gevallen moeten komen eten. Doet hij dat niet en gaat het niet over een overdreven bange cavia, dan kan dat een indicatie zijn dat er iets aan de hand is.

We pakken de dieren niet dagelijks op, zeker omdat er in deze groep juist veel dieren geplaatst zijn die bovengemiddeld angstig zijn. Wel doen we wekelijks een gezondheidscontrole, zoals je in een andere aflevering kunt luisteren.

Tot zover wat extra uitleg over ons nieuwe berenverblijf. Ik wilde de vrijwilligers enorm bedanken voor hun moeite en inzet! Meer over onze Caviaopvang Caviaplein vind je op www.caviaplein.nl of op facebook.

Wil je meer leren over dieren? Meld je dan gratis aan op kenniscentrum.beestenlpein.nl. Natuurlijke diervoeding koop je op shop.beestenplein.nl.